woensdag 22 juni 2011

A TOUCH OF MAINE

 

Een rustige baaitje, diep en geen deining, een straaltje zon, kinderen die naast ons in een rubberbootje spelen, een glas Argentijnse Malbec bij het middageten in de cockpit – méér moet dat echt niet zijn. We liggen voor anker in Diamond Cove op Great Diamond Island. Na bijna een maand op zee hebben we eindelijk onze bestemming bereikt: Portland, Maine en de Casco Bay met honderden eilanden, baaitjes en ankerplekken, een kustlijn met diepe insnijdingen,  een zeilersparadijs. De tocht naar hier was langer – veel langer dan verwacht en gehoopt: regen, mist, harde wind pal op de neus en een paar technische problemen hebben ons dagenlang opgehouden. Wat nog maar eens aantoont dat plannen een relatief begrip is in het zeilen.

Fort Gorges: een bekende landmark bij het binnenvaren van Portland

Stapelwolken met aambeeld en uitwaaierende top: onweer op komst
Henry Wadsworth Longfellow noemde Portland een eeuw of zo geleden “The Beautiful Town by the Sea.” Nu is Portland een belangrijke olie-en vissershaven en de gerestaureerde oude stad en het havenkwartier lokken toeristen uit alle hoeken van Amerika. De straatjes in het oude centrum – cobblestones! – doen hun best geschiedenis uit te stralen. Portland (tot 1832 de hoofdstad van Maine) was in de negentiende eeuw een belangrijk station op de Freedom Railroad – de organisatie die slaven hielp te ontsnappen naar het nabijgelegen Canada. Maar veel historische huizen zijn vernield in de brand van 1866 naar het schijnt veroorzaakt door een voetzoeker bij de feestelijkheden naar aanleiding van het einde van de burgeroorlog.


We ontsnappen net aan het onweer



Georges Cleeve, de stichter van Portland met de haven

De sfeer in Portland (66000 inwoners)  is die van een grotere provinciestad, maar met dat aparte cachet van elke vissershaven:  verval en krampachtige pogingen om een tradidionele economische activiteit in leven te houden. Maar de visserij kent hier ondanks de rampzalige toestand van het visbestand een zekere bloei. De kreeft is nog niet met uitsterven bedreigd en is in Maine nog overvloedig aanwezig.









Een mijnenveld van kreeftenpotten
















Maine, dat is: kreeftenpotten, mist en rotsen, drie dingen waar je als zeiler zo ver mogelijk van af wil blijven. De kreeftenpotten zijn niet te tellen, het moeten er honderdduizenden zijn. Ze worden gemarkeerd door kleine boeitjes die vaak met elkaar of met een tweede vlotter verbonden zijn: je weet dus niet wat er onder water zit. Je neemt de boeien beneden stroom en wind, maar dat is niet altijd makkelijk als je door een waar mijnenveld aan lobsterpotten vaart. De ultieme nachtmerrie is het touw van een lobsterpot in je schroef krijgen bij mist of zware regen. Niet teveel aan denken! De rotsen zijn meestal goed bebakend, maar het blijft goed uitkijken geblazen, een klein navigatiefoutje kan rampzalige gevolgen hebben. Van mist hebben we – touch wood – in Maine zelf tot dusver weinig last gehad: wél op weg hier naartoe: misthoorn aan, op radar varen, van belboei tot belboei navigeren, een zenuwslopende bezigheid

Onze ankerplek bij Jewell Island
Het weer in Maine is een beetje als bij ons: wisselvallig en veranderlijk maar prachtig met een beetje zon . De overheersende wind is N-NE en dat zorgt op tijd voor frisheid uit Canada. Straks moeten we terug naar New-York en een noordooster zou ons dan prima uitkomen.

De legendarische mist van Maine




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog

Volgers